Contact

We zijn nu bijna aan het einde gekomen van deze herdenkingsdienst voor Abigaël.

We gaan straks naar de begraafplaats aan de Zijlpoort om haar lichaam aan de aarde toe te vertrouwen.

Bij het nadenken over hoe dat zou moeten gebeuren hebben Amos en Gerda zich laten inspireren door de rijke traditie van joodse begrafenisrituelen. Abigaël wordt daarom begraven in een zeer eenvoudig ruw houten kistje. Geen eiken kist met gouden handgrepen en straks geen praalgrafje. Er zijn geen bloemen, en op het graf zal alleen bloeien wat de natuur aanreikt. Een mens komt met lege handen en een mens gaat met lege handen. Daarin zijn alle mensen gelijk. Voor de allerhoogste is er geen onderscheid van rang en stand.

We gaan naar de begraafplaats en verzamelen daar in de verwarmde ruimte van de kapel. Om drie uur wordt het kistje onder het lezen van psalm 91, door de vader van Gerda, uit de kapel naar het grafje gedragen en daarin bijgezet.

Dan klinkt de bede: “ga naar je eindbestemming en rust”.

Daarna zullen de mensen, die dicht om haar heen hebben gestaan, haar begraven. De kinderen doen mee, schep voor schep. Begraven is geen haastklus.

 

Na het begraven klinkt de tekst:

“De stof keert tot de aarde, haar afkomst, terug.

De ziel keert weer tot de Eeuwige, die haar geschonken heeft.

Zend nu goede engelen die Abigaël voor lijden bewaren en die haar ziel

Geleiden naar het paradijs”.

 

Op het grafheuveltje kunnen dan alle aanwezigen het steentje neerleggen dat ze hebben meegenomen. Geen bloemen dus, maar wel steentjes. Bloemen vergaan, steentjes niet. Het is een overblijfsel van vroeger toen onder het steentje een briefje werd gelegd met een wens, een gebed voor de overledene.

Iedereen wordt uitgenodigd, tijdens het leggen van het steentje, tot een stil gebed of wens. Het aantal steentjes zijn ook even zovele blijken van verbondenheid met Abigaël, met Amos, Gerda, Chaja en Gideon.

Tijdens het plaatsen van de steentjes zal de vader van Amos in het aramees het Kaddiesj gebed uitspreken. Daarin wordt God geprezen en wordt gebeden om troost, kracht en sterkte voor al degenen die om Abigaël rouwen.

 

Tijdens het uitdragen uit de kerk zingen we het favoriete kinderliedje van Abigaël: “in de manenschijn”.