14 december
11 november 14 november 15 november 16 november 17 november 18 november 19 november 20 november 22 november 23 november 24 november 25 november 26 november 27 november 28 november 30 november 1 december 2 december 5 december 6 december 7 december 8 december 9 december 10 december 11 december 12 december 13 december 14 december 15 december 16 december 17 december 18 december 19 december De kaart Afscheidskaart Advertenties De begrafenis

 

Home
Up

Contact

Dinsdag 14 december 2004

Samen brengen wij Chaja en Gideon naar school vanochtend.

Wat brengt vandaag?

Wordt jij vandaag overgeplaatst?

Bij het station splitsen onze (fiets)wegen ik heb een afspraak met mijn kapster en Amos gaat naar jou toe. Tijdens de knipsessie ontvang ik een sms-je van Amos dat jij zeker vandaag nog op de IC blijft. Heerlijk!

Wanneer ik op de IC kom, heeft Amos al weer gesproken met M., de fellow-intensivist, die zegt heel blij te zijn dat jij hier voorlopig blijft. De IC-artsen willen ook niets liever dan hun behandeling van jou op de IC voortzetten, klein dapper vrouwtje. Jij hebt al zoveel mensen versteld doen staan, van jouw levensdrang en sterke hart! ’t Is ook voor hen onvoorstelbaar dat juist jou dit heeft moeten overkomen. Jij bent zo’n vechter, jij geeft je niet overwonnen. Jij bepaalt de regie!

 

’s Middags een lang gesprek aan jouw bedje met B., de dienstdoende intensiviste, met wie wij nu al heel veel contact hebben gehad. Zij toont zich ook enigszins verast over het gesprek van gisteren en de onderwerpen. Zij verwerpt onze suggestie dat het gesprek misschien wel is ingegeven door de beddenproblematiek resoluut, met de woorden: ‘Ik heb hier te maken met hele andere problematiek!’ En kijkt ons daarbij doordringend aan. Deze woorden doen ons goed en haar begrip.

Wij spreken met haar af om later vandaag rustig te praten over wat nog wel en wat niet meer te behandelen. Dezelfde verpleegkundige, die gisteren ook bij het gesprek zat, zit ’s middags ook bij het gesprek en wordt nu ook nadrukkelijker betrokken bij het gesprek. Hij merkt op een gegeven moment: ‘waarom geen handelingen laten?’. Waarom is het zo vanzelfsprekend om te discussiëren over levensverlengende handelingen, handelingen die zo cultureel-economisch bepaald zijn. Hier in het rijke Westen zijn levensverlengende handelingen zo vanzelfsprekend, waar in heel veel andere landen alleen maar over gedroomd kan worden. Deze opmerking zette ons wel weer op scherp.

De discussie is wederom zo pijnlijk. Na zondag zullen we wederom een rouwproces in moeten, omdat wij er van overtuigd zijn en blijven dat er voor jou geen overlevingskansen meer zijn. Wederom moeten wij met artsen en verpleegkundigen het gesprek aan gaan, verantwoording af leggen aan hen aan ons zelf. Wij moeten weer nadenken over vragen waar wij helemaal niet over na willen denken en dan iedere keer weer dat sprankje hoop. Nu steeds meer overschaduwd door de vraag: ‘Hoe lang gaat dit nog duren?’

Is het reëel om te denken dat jij uit het ziekenhuis komt?

Tijdens het gesprek vraagt de intensivist aan ons ‘Wat willen jullie qua behandelingen (nog?’, om zichzelf eigenlijk direct te corrigeren door te zeggen ‘Ik mag die verantwoordelijkheid niet bij jullie als ouders neerleggen. Wij als artsen bepalen het beleid en maken de uiteindelijke keuzes.’

Gelukkig! Ik kan en wil als ouder, als mens niet de rest van mijn leven de last hoeven dragen van een onmenselijke keuze die ik heb moeten maken. De intensivist sluit dan ook het gesprek af met de opmerking dat zij vanavond contact op zal nemen met Regina over de voortzetting van het behandelplan en welke medicijnen kunnen worden gestopt, want dat is de behandelkeuze die nu het meest voor de hand liggend is.

’s Avonds horen wij van de dienstdoende verpleegkundige dat alle medicijnen, behalve de epileptica en maagmedicijnen worden gestopt. Concreet betekent dit dat de diuretica, de viagra, de hydrocortizon worden gestopt. Omdat dit (in onze bewoordingen) ‘geen hele spannende’ medicijnen zijn, zal dit zeker op korte termijn geen enkel effect hebben.